levensslingers

01/05/2011

In wonderen geloven

Filed under: Religie — Henk van Putten @ 12:11 pm

In een groot ziekenhuis in Nederland gaan vrijwilligers iedere zaterdagmorgen langs bij patiënten, met de vraag of ze belangstelling hebben voor de kerkdienst op zondag. Niet zo lang geleden gebeurde iets wat wel vaker gebeurd was en vast ook nog vaak zal gebeuren: de patiënt op de kamer waar de vrijwilliger naar binnen was gegaan was in diepe rust. De vrijwilliger wilde alweer verder gaan, toen hij zomaar bedacht om een liturgieboekje op het nachtkastje van de patiënt achter te laten. Gebruikelijk was dat niet; het was ook helemaal niet duidelijk of deze patiënt hier iets aan zou hebben. Maar er was kennelijk iets waardoor deze vrijwilliger bij zichzelf dacht: ‘Baat het niet dan schaadt het niet.’

Deze patiënt nu was inderdaad niet kerkelijk. Lang geleden had hij afscheid genomen van het geloof van zijn ouders, de zekerheden van zijn jeugd. Nu had hij het moeilijk, hij was ernstig ziek. Vaker dan heel lang het geval was geweest dacht hij thans terug aan vroeger. Op die zaterdagmorgen dat de vrijwilliger hem slapend aantrof, droomde hij over heel vroeger. Van deze droom herinnerde hij zich niets meer toen hij er weer uit wakker werd, behalve dat de dominee uit zijn jeugd hem hierin een liturgieboekje had gegeven, zoals dit op hoogtijdagen wel eens was uitgereikt ’s zondags. Tot zijn stomme verbazing lag dit boekje op zijn nachtkastje toen hij wakker werd.

Helemaal over zijn toeren vertelde hij de eerste mens die hij zag, de ziekenbroeder, over zijn droom, zijn vondst erna, het onvoorstelbare wonder. Deze reageerde nuchtertjes en hielp hem letterlijk uit de droom: er was een vrijwilliger op de afdeling geweest, met precies zulke boekjes als het getoonde. Deze vrijwilliger had mensen gevraagd voor de kerkdienst. Kennelijk had hij toch iets minder vast geslapen dan hij dacht en was de liturgie zo zijn droom komen binnensluipen.

Dit antwoord zinde de zieke geenszins, van iemand op zijn kamer herinnerde hij zich niets. Hij vroeg de broeder of hij alsnog naar die kerkdienst kon. Dat was natuurlijk geen probleem. Die zondag werd hij opgehaald door twee vrijwilligers. Hij vroeg hen wie van hen zaterdag langs de patiënten was gegaan. Tot zijn geluk was deze persoon ook op deze zondag aanwezig en kon men hem aanwijzen. Hij vroeg hem “U hebt een boekje op mijn kamer achtergelaten, daar ben ik u heel dankbaar voor – is dat gebruikelijk bij slapende patiënten?” De vrijwilliger antwoordde van niet, maar dat hij hem in zo’n diepe rust had aangetroffen dat hij op deze manier de kans had willen geven om zich op te geven voor de kerkdienst – indien gewenst natuurlijk.

De patiënt vertelde wat er gebeurd was, hoe hij gedroomd had dat zijn vroegere dominee de liturgie had aangereikt, en dat precies zo’n boekje er had gelegen toen hij wakker was geworden. “Denkt u dat er een wonder is gebeurd?” vroeg hij aan de vrijwilliger. De vrijwilliger dacht na en zei “Een prachtig toeval is het sowieso. En zelf geloof ik dat je het ook een wonder mag noemen. Want u sliep heel diep.”

Blij met deze erkenning sloot de patiënt het verhaal in zijn hart. Zijn ziekte verdween er niet door, het geloof van vroeger keerde er uiteindelijk wel door terug. Wie het horen wilde vertelde hij waarom hij weer gelovig was geworden: het wonder. Maar niet iedereen wilde geloven wat hij geloofde. Iemand die slaapwandelt, is zich ook bewust van zijn omgeving zonder dat hij dat erna nog weet, zo luidde de verklaring van deze mensen. Net als die van de ziekenbroeder.

Wie iets niet wil geloven, vindt altijd wel een argument daarvoor. Maar gelukkig geldt het tegenovergestelde ook: wie wel wil geloven, zal die keuze zeker ook kunnen motiveren. In beide gevallen geldt: zoek en je vindt.

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.